Er is een moment in bijna elke ouderreis waarop je om je heen kijkt en denkt:Β βWacht evenβ¦ van wie is dit leven eigenlijk? Van ons? Of van alle stemmen eromheen?β
Want zodra je een kind krijgt, komen ze vanzelf: de meningen, de adviezen, de blikken, de goedbedoelde woorden β en soms ook de zachte duwtjes richting iets wat voor jou eigenlijk niet klopt.
De maatschappij vraagt veel.
Je kind zou moeten slapen op een bepaalde manier.
Eten op een bepaalde manier.
Spelen op een bepaalde manier.
Groeien volgens bepaalde lijntjes.
En jij? Jij zou er βgewoonβ in mee moeten gaan.
Rustig, flexibel, beschikbaar, vrolijk β maar vooral: normaal.
Maar ouderschap voelt niet altijd normaal.
Het is rauw en echt en gevoelig en intens.
En het vraagt één ding boven alles:
vertrouwen in je eigen stem.
πΏΒ 1. Luister minder naar de wereld β en meer naar je kind
De meningen van anderen zijn vaak gebaseerd op oude gewoontes, angsten, patronen of simpelweg: βzo doen we dat hier nou eenmaalβ.
Maar jouw kind is niet βde maatschappijβ.
Jouw kind is geen norm.
Jouw kind is een persoon.
En niemand kent die persoon beter dan jij.
Kijk naar je kind.
Voel hun ritme, hun signalen, hun behoeftes.
Ouderschap wordt zoveel lichter wanneer je leert dat de antwoorden niet buiten je liggen β maar in die kleine, zachte momenten waarin je kind je zΓ³ duidelijk laat zien wat het nodig heeft.
π±Β 2. Het is okΓ© als het voor jou anders voelt dan voor anderen
Misschien heb je een kind dat later gaat slapen dan de buurkinderen.
Misschien laat je je kind meer bij je zijn.
Misschien heb je geen opvang.
Misschien kies je voor minder schermen.
Misschien voed je bewuster op, dichter bij de natuur, dichter bij je hart.
En ja⦠mensen gaan daar iets van vinden.
Soms zacht. Soms hard.
Maar dat zegt vooral iets over hun verhaal, niet over het jouwe.
Als jij voelt: dit klopt voor ons, dan klopt het.
Niet voor iedereen β maar voor jullie wel.
En dat is genoeg.
πΒ 3. Laat los dat je het perfect moet doen
Een groot deel van de druk komt niet eens van buiten, maar van binnen.
We willen het goed doen.
Voor ons kind.
Voor de toekomst.
Voor het beeld dat we van onszelf als ouder dragen.
Maar goed ouderschap zit niet in perfect handelen.
Het zit in bewust handelen.
In jezelf durven bijsturen.
In sorry zeggen.
In voelen.
In terugkomen naar verbinding, keer op keer.
Je hoeft geen perfecte ouder te zijn.
Je hoeft alleen een aanwezige ouder te zijn.
πΌΒ 4. Jij bent de veilige plek β niet de wereld
De maatschappij kan eisen, duwen, oordelen of vergelijkenβ¦
Maar jij bent degene die bepaalt wat er binnen jullie gezinsdomein gebeurt.
Wat er wordt toegelaten.
Wat er wordt beschermd.
Waar ruimte voor is β en waarvoor niet.
Als jij je kind leert:
βJouw ritme mag er zijn. Jouw gevoel mag er zijn. Jouw eigenheid mag er zijn.β
dan geef je iets mee wat veel krachtiger is dan welke norm dan ook:
een onverwoestbaar innerlijk vertrouwen.
πΎΒ 5. Een simpele oefening voor momenten dat je twijfelt
Wanneer je voelt dat de meningen van anderen je overspoelen, vraag jezelf:
1. Voelt dit goed voor mijn kind?Β
2. Voelt dit goed voor mij?
3. Past dit bij wat wij willen als gezin?
4. Geeft dit rust of vooral ruis?
Als drie van de vier niet kloppen, is het antwoord vaak heel simpel:
Loslaten. En doorgaan vanuit je eigen kompas.
β¨Β Tot slot
Ouderschap in deze tijd vraagt moed.
Moed om te filteren.
Moed om te voelen.
Moed om te kiezen voor wat voor jullie klopt β zelfs als dat anders is dan wat βiedereen doetβ.
Maar precies daarβ¦
in dat zachte tegen-de-stroom-in zwemmenβ¦
ontstaat een krachtig, liefdevol fundament voor je kind.
Een fundament dat ze later meedragen hun eigen leven in:
met vertrouwen, vrijheid, eigenheid en een hart dat weet dat het mag zijn wie het is.