Er wordt zo vaak gezegd: βLaat hem maar even huilen.β
Of: βZe moet leren zichzelf te vermaken.β
En soms zelfs: βJe verwent haar hoor, met al die aandacht.β
Maar diep vanbinnen weet je:
Aandacht is geen luxe. Aandacht is voeding.
Voor een klein mensje dat nog maar net op deze wereld is, is jouw nabijheid geen extra⦠het is een basisbehoefte.
Toch leven we in een maatschappij die het kind al snel als βte veelβ ziet.
Te veel dragen.
Te veel troosten.
Te veel bij je.
Te veel vasthouden aan jullie ritme.
Te veel eigenheid.
Maar wat als dat βte veelβ juist precies genoeg is?
πΏΒ 1. Kinderen raken niet verwend door nabijheid β ze worden er sterker van
Een kind dat wordt gedragen wanneer het dat nodig heeft, leert dat de wereld veilig is.
Een kind dat getroost wordt, leert dat emoties er mogen zijn.
Een kind dat dichtbij mag slapen, leert dat verbinding normaal is.
Een kind dat aandacht krijgt, leert vertrouwen in relaties.
Dat is geen verwennen.
Dat is hechten.
En hechting is de basis van zΓ©lfs-tot-regulatie, zelfstandigheid en emotionele kracht.
Niet het tegenovergestelde.
Een stevig wortelsysteem groeit nooit door een zaadje alleen te laten.
π±Β 2. Jouw nabijheid is geen zwakte β het is jouw oerkracht
In oude culturen was nabijheid normaal.
Dag en nacht.
Kinderen gingen mee in het ritme van het gezin.
Er was geen schema, geen schema-app, geen advieslijn.
Er was alleen voelen.
Nu wordt die intuΓ―tie vaak overstemd.
Door slaapcoaches op Instagram.
Door schemaβs.
Door verhaaltjes over βfoutenβ die je zou maken.
Door meningen van mensen die niet bij jullie aan de keukentafel zitten.
Maar nergens in de natuur laat een ouder zijn kind βuithuilenβ.
Nabijheid is niet modern of nieuw.
Nabijheid is oersimpel.
πΒ 3. Kinderen zoeken je op omdat jij hun veilige plek bent
Je kind wil niet βaan je hangenβ.
Het zoekt regulatie, warmte, ritme, veiligheid.
En juist in die nabijheid raakt het zenuwstelsel tot rust.
Een kind dat dichtbij mag zijn,
durft later veel verder van je weg te gaan.
Dat is het mooie paradox van hechting:
nabijheid creΓ«ert autonomie.
πΌΒ 4. Je hoeft het niet te bewijzen aan de buitenwereld
Sommige mensen zullen zeggen dat je te zacht bent.
Te aanwezig.
Te veel gericht op verbinding.
Maar die mensen kennen jouw kind niet zoals jij dat doet.
Ze kennen niet die kleine signalen
die jij ziet voordat iemand anders ze ΓΌberhaupt opmerkt.
Ze kennen niet de behoefte achter het gedrag.
Ze kennen niet de energie van jullie gezin.
Ze kennen niet jullie nachten, jullie dagen, jullie ritme.
En ze hoeven dat ook niet te kennen.
Want ouderschap is geen pakketje dat je met de buren hoeft af te stemmen.
Het is een relatie.
Tussen jou en je kind.
Tussen jullie hartslagen.
πΎΒ 5. Als je twijfelt: kijk naar je kind, niet naar de wereld
Soms wordt het veel.
Soms twijfel je.
Soms voel je je overvraagd.
En dat mag allemaal.
Maar als je tussen alle meningen door even stil wordt en naar je kind kijkt, zie je het:
- ontspanning
- zachtheid
- vertrouwen
- contact
- verbinding
Niet perfect, maar echt.
En dat is waar ouderschap om draait:
de beweging terug naar elkaar, telkens opnieuw.
β¨Β Tot slot
Nabijheid is geen strategie.
Geen methode.
Geen trend.
Het is liefde in actie.
Het is het antwoord op een behoefte die nooit ingewikkeld was.
Het is het fundament waarop kinderen leren wie ze zijn β in de wereld Γ©n in zichzelf.
Ze kunnen nooit te veel aandacht krijgen.
Alleen genoeg.
En dat genoeg, dat ben jij.