Over de grote emoties van bijna-vierjarigen, waarom ze ontstaan en hoe we ze liefdevol kunnen dragen
Vanmorgen gebeurde het weer.
Mijn vrouw ging een dagje shoppen β niets bijzonders, gewoon een paar uurtjes voor zichzelf β en nog voor ze haar schoenen aan had, zag ik het al gebeuren.
De blik van mijn zoontje die zei: βNeeβ¦ niet nuβ¦ niet jijβ¦β
En toen de deur dichtviel, brak hij open.
βMama missen.β
βMama waar ben je nou?β
βMama komt niet terug.β
βMama mama mamaβ¦β
Hij huilde niet.
Hij krijste.
Zeker een half uur lang.
En ik stond daar⦠een volwassen man met een hart dat brak en armen die eigenlijk te klein waren voor zoveel gevoel.
πΏΒ Wat is dit eigenlijk?
Vier jaar lijkt soms al zo groot. Ze praten, rennen, ontdekken, discussiΓ«ren, en ze lijken zoveel te begrijpen - maar hun emotionele wereld is nog volop in opbouw.
Rond 3,5β4 jaar ontstaat er iets wat veel ouders niet kennen: een tweede golf van verlatingsangst.
Het is de leeftijd waarop kinderen plots bewuster worden van het concept βwegβ en Γ©cht begrijpen dat hun ouders een eigen leven hebben, buiten hun zicht.
En dat besef kan aanvoelen als gevaar.
Mijn zoontje heeft geen woorden voor dat gevoel.
Dus komt het eruit als paniek.
En eerlijk? Zijn angst dat mama misschien niet terugkomt is voor hem geen verzinsel - het is een gedachte die zijn nog jonge brein gelooft.
Dat is het lastige aan deze leeftijd:
ze voelen enorm groot, maar kunnen nog niet reguleren.
Hun lichaam mΓ³Γ©t ontladen. Hun tranen zijn hun enige uitweg.
πΏΒ Het brein van een bijna-vierjarige
In de kern betekent het:
- Ze hebben wel gevoelens, maar nog geen rem.
- Ze hebben wel fantasie, maar nog geen onderscheid met realiteit.
- Ze hebben wel hechting, maar nog geen stevig vertrouwen op afstand.
- Ze begrijpen tijd niet zoals wij dat doen: βvanmiddag weer terugβ zegt ze niets.
Het is dus niet koppigheid.
Niet manipulatie.
Niet βdramatisch gedragβ.
Het is biologie.
Ontwikkeling.
Een fase waarin hun systeem sterker voelt dan hun woorden aankunnen.
πΏΒ Wat ik probeerde β en wat wel (en niet) hielp
Ik heb hem vastgehouden.
Ik heb hem ruimte gegeven.
Ik heb gezegd dat hij veilig is.
Ik heb gevoeld dat het allemaal niets leek te helpen.
Maar dat is precies het punt:
Bij zulke emotionele paniek gaat het niet om stoppen β het gaat om dragen.
Hij moest eruit wat erin zat.
Mijn aanwezigheid is niet bedoeld om de storm weg te nemen, maar om te laten voelen dat hij de storm niet alleen hoeft te doorstaan.
En toen het Γ©cht te groot werd - zijn lijfje gespannen, adem hoog, geen woord kwam nog binnen -Β heb ik de noodrem gebruikt: een filmpje.
Niet als oplossing, maar als regulatie.
En soms is dat het zachtste wat je als ouder kunt doen.
πΏΒ Hoe we hier liefdevol mee kunnen omgaan
π± Erkennen zonder te relativeren
Niet zeggen: βHet is toch niet erg? Mama is zo terug.β
Maar:
βJe mist mama heel erg. Dat voelt groot. Ik ben bij je.β
Erkenning opent een deur waardoor ze hun gevoel kwijt kunnen.
π€ Nabijheid zonder druk
Een hand, een arm, naast hem zitten - zelfs als hij zich wegdraait.
Aanwezigheid is genoeg.
Jij bent de veilige wal waartegen de golven mogen breken.
π Rustige, herhaalbare zinnen
Jonge kinderen kunnen geen lange uitleg verwerken.
Korte stukjes wel:
βMama is winkelen. Ze komt straks terug. Jij bent veilig.β
Herhalen is geruststellen.
πΒ Niet bang zijn voor de intensiteit
Een kind dat zo overstuur is, is niet βkapotβ of βte gevoeligβ.
Het is een kind dat diep hechting voelt.
Dat is in de basis iets moois.
π§‘Β Afleiding mag als noodrem
Niet om gevoelens weg te duwen,Β
maar om te helpen wanneer het te veel wordt.
Het is geen falen.
Het is co-regulatie.
ποΈ Kleine afscheids-oefeningen
Mama boven wassen, jij beneden.
Mama naar de brievenbus, jij binnen.
Hele korte momenten waarin βwegβ gevolgd wordt door βterugβ.
Dit bouwt zijn interne vertrouwen rustig op.
β¨ Gebruik zijn fantasie als kracht
βJe hoofd maakt soms spannende verhalen als mama weg is.
Maar je hart weet dat ze altijd weer komt.β
Kinderen begrijpen dit verrassend goed.
πΏΒ Wat ik zelf heb geleerd
Het voelt soms alsof ik niet genoeg ben.
Alsof zijn paniek een afwijzing is van mijn nabijheid.
Maar dat is het niet.
Hij stort zich bij mij, omdat hij zich veilig genoeg voelt om niet sterk te hoeven zijn.
Kinderen laten de grootste emoties zien bij de ouder waar ze zich het meest geborgen voelen.
Niet omdat die ouder βminder goedβ is, maar omdat ze zich bij die ouder wΓ©l durven laten vallen.
En ergens vind ik dat een eer.
πΏΒ Een zachte afsluiting
Aan het einde van zijn storm zat hij tegen me aan,
zijn hoofdje warm, zijn adem rustiger, zijn ogen zwaar.
Het filmpje nog zachtjes op de achtergrond.
Hij fluisterde:
βMama straks terug?β
Ik zei:
βJa lieverd. En tot die tijd ben ik hier.β
En dat is uiteindelijk onze taak als ouders:
er zijn.
Dragen wat te groot is.
Ruimte maken voor emoties die nog geen woorden hebben.
En laten zien dat liefde niet weggaat -
zelfs niet als iemand even de deur uit is.
1 reactie
Hi
Do you dropshipp your product or your are just getting started with your store?